Wij zijn een Katholieke Vlaamse school.
(cfr. Opvoedingsproject)
Betreffende het luik Onderwijs is dit onze visie:
Tot welk schoolconcept wil onze school behoren?
We willen een algemeen vormende school zijn. Hoofd, hart en handen moeten gevormd worden. In onze school wordt veel aandacht geschonken aan de cognitieve vorming. Daarnaast is er de niet aflatende aandacht voor de algemene ontwikkeling van de kinderen: we schenken veel aandacht aan de culturele vorming, lichamelijke opvoeding en ook nadrukkelijk aan de levenshouding d.m.v. een jaarthema en de werking van een werkgroep “welbevinden”. Ouders worden daarover regelmatig geïnformeerd via een nieuwsbrief. Uiteraard is er ook een degelijke zorgverbreding op maat van elk kind van de instapklas tot en met het zesde leerjaar. Om onze kinderen klaar te maken voor de maatschappij van de 21ste eeuw zetten wij ook sterk in op ICT.
Welke werkwijze hanteren we daarvoor?
We proberen ervoor te zorgen dat product en proces in evenwicht zijn. Vandaar de extra aandacht voor zorgverbreding om te zien of alle kinderen zich wel goed voelen in de klas, of ze “mee” zijn, of alle stappen die nodig zijn voor de oplossing van een probleem ook wel echt gezet worden. Daarom worden de kinderen goed geobserveerd. In de kleuterschool gebeurt dit door een observatiesysteem dat door de leidster, de zorgcoördinator en de gymleerkracht wordt opgevolgd. In de lagere school gebeurt dit door de titularissen, het zorgteam, de gymleerkracht. De LVS-proeven worden tweemaal per jaar afgenomen en besproken in een MDO. Indien nodig wordt de hulp van het CLB ingeroepen. Uiteraard gebeurt dit in samenwerking met de ouders die via toetsen, rapporten en oudercontacten op de hoogte worden gehouden.
Het zorgteam:
Het zorgteam bestaat uit: de zorgcoördinator, de taakleerkrachten, de zorgbegeleiders, de directie en het CLB.
De taak van de zorgcoördinator en de uitbouw van ons zorgbeleid veronderstelt het uitvoeren van zorgtaken op
drie niveaus:
De klastitularis blijft de voornaamste verantwoordelijke voor de zorg van zijn leerlingen. Indien ouders ondanks alle goede zorgen zich nog zorgen maken en externe hulpverlening overwegen, vragen we met aandrang die hulp te plannen buiten de lesuren en ons op de hoogte te houden van die hulp zodat er samenwerking kan worden gecreëerd.
Welke middelen worden gebruikt?
We hechten veel belang aan de zienswijze tgo. de taken. We proberen de leerlingen te stimuleren probleemoplossend te werk te gaan. We bieden de leerlingen een krachtige leeromgeving. We hebben aandacht voor “leren leren” via o.a. het taal- en rekenonderricht en het verwerven van sociale vaardigheden door het naleven van de algemene omgangsregel en de maandopeningen verzorgd door het team welbevinden.
Hoe zijn de relaties op school?
Er heerst een collegiale sfeer op school. Wekelijks is er overleg tussen de parallelklassen. De volgende basisgedachte geldt voor iedereen op school:
Naar onze kinderen toe wordt deze gedachte geformuleerd in drie eenvoudige basisregels:
De inhoud van die leefregels wordt ook besproken in de leerlingenraad. Wij vragen ook de medewerking van de ouders bijv. i.v.m. het tijdig naar school komen, het stipt aanvangen van de lessen en activiteiten in de kleuterschool, het ondertekenen van agenda’s, rapporten en toetsen, de houding bij eventuele straffen, de houding in het verkeer.
Welk type leerkracht hoort in onze school?
Hoe is de leiding van de school?
De leden van het directieteam trachten een procesbegeleider te zijn, ze stimuleren en coördineren meer dan ze sanctioneren. Er is medezeggenschap o.a. via het wekelijks overleg in het kernteam. Ook ouders en kinderen kunnen steeds rekenen op een luisterend oor. Nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs worden meegedeeld via de nieuwsbrief.
Het maatschappelijk engagement.
Vanuit de christelijke zienswijze zijn we maatschappijkritisch. We proberen onze kinderen ook weerbaar te maken in de consumptiemaatschappij en hen kritisch te leren staan tegenover reclame, TV-kijken, drugs… In het zesde leerjaar is er een project drugspreventie in samenwerking met de politie.
Is er een strafsysteem?
Straf wordt ervaren als een pijnlijke zaak zowel voor de leerling als de leerkracht. Door verbondenheid te stimuleren en te verwijzen naar de drie leefregels wordt getracht de noodzaak om te straffen te minimaliseren.
(cfr. Opvoedingsproject)
Betreffende het luik Onderwijs is dit onze visie:
Tot welk schoolconcept wil onze school behoren?
We willen een algemeen vormende school zijn. Hoofd, hart en handen moeten gevormd worden. In onze school wordt veel aandacht geschonken aan de cognitieve vorming. Daarnaast is er de niet aflatende aandacht voor de algemene ontwikkeling van de kinderen: we schenken veel aandacht aan de culturele vorming, lichamelijke opvoeding en ook nadrukkelijk aan de levenshouding d.m.v. een jaarthema en de werking van een werkgroep “welbevinden”. Ouders worden daarover regelmatig geïnformeerd via een nieuwsbrief. Uiteraard is er ook een degelijke zorgverbreding op maat van elk kind van de instapklas tot en met het zesde leerjaar. Om onze kinderen klaar te maken voor de maatschappij van de 21ste eeuw zetten wij ook sterk in op ICT.
Welke werkwijze hanteren we daarvoor?
We proberen ervoor te zorgen dat product en proces in evenwicht zijn. Vandaar de extra aandacht voor zorgverbreding om te zien of alle kinderen zich wel goed voelen in de klas, of ze “mee” zijn, of alle stappen die nodig zijn voor de oplossing van een probleem ook wel echt gezet worden. Daarom worden de kinderen goed geobserveerd. In de kleuterschool gebeurt dit door een observatiesysteem dat door de leidster, de zorgcoördinator en de gymleerkracht wordt opgevolgd. In de lagere school gebeurt dit door de titularissen, het zorgteam, de gymleerkracht. De LVS-proeven worden tweemaal per jaar afgenomen en besproken in een MDO. Indien nodig wordt de hulp van het CLB ingeroepen. Uiteraard gebeurt dit in samenwerking met de ouders die via toetsen, rapporten en oudercontacten op de hoogte worden gehouden.
Het zorgteam:
Het zorgteam bestaat uit: de zorgcoördinator, de taakleerkrachten, de zorgbegeleiders, de directie en het CLB.
De taak van de zorgcoördinator en de uitbouw van ons zorgbeleid veronderstelt het uitvoeren van zorgtaken op
drie niveaus:
- De coördinatie van zorginitiatieven op het niveau van de school.
- Het ondersteunen van het handelen van de leerkrachten.
- Het begeleiden van leerlingen.
De klastitularis blijft de voornaamste verantwoordelijke voor de zorg van zijn leerlingen. Indien ouders ondanks alle goede zorgen zich nog zorgen maken en externe hulpverlening overwegen, vragen we met aandrang die hulp te plannen buiten de lesuren en ons op de hoogte te houden van die hulp zodat er samenwerking kan worden gecreëerd.
Welke middelen worden gebruikt?
We hechten veel belang aan de zienswijze tgo. de taken. We proberen de leerlingen te stimuleren probleemoplossend te werk te gaan. We bieden de leerlingen een krachtige leeromgeving. We hebben aandacht voor “leren leren” via o.a. het taal- en rekenonderricht en het verwerven van sociale vaardigheden door het naleven van de algemene omgangsregel en de maandopeningen verzorgd door het team welbevinden.
Hoe zijn de relaties op school?
Er heerst een collegiale sfeer op school. Wekelijks is er overleg tussen de parallelklassen. De volgende basisgedachte geldt voor iedereen op school:
- Elke leerling voelt zich veilig.
- Vernederingen van welke aard dan ook worden niet getolereerd.
- Elke leerling wordt op gelijkwaardige en respectvolle wijze behandeld.
- Elke leerling wordt uitgedaagd zijn competenties te vergroten op een wijze die als aantrekkelijk en zinvol wordt ervaren.
Naar onze kinderen toe wordt deze gedachte geformuleerd in drie eenvoudige basisregels:
- “Voor groot en klein zullen we aardig zijn.”
- “Ik zorg voor alle dingen rondom mij, zo maak ik iedereen blij.”
- “Ik doe overal wat mag, zo tover ik op ieders gezicht een lach.”
De inhoud van die leefregels wordt ook besproken in de leerlingenraad. Wij vragen ook de medewerking van de ouders bijv. i.v.m. het tijdig naar school komen, het stipt aanvangen van de lessen en activiteiten in de kleuterschool, het ondertekenen van agenda’s, rapporten en toetsen, de houding bij eventuele straffen, de houding in het verkeer.
Welk type leerkracht hoort in onze school?
- De leerkracht hecht veel belang aan algemene vorming;
- hij/zij durft groepswerk en andere moderne werkvormen aan.
- De leerlingen hebben hun inbreng.
- Overleg met parallelcollega’s gebeurt wekelijks.
Hoe is de leiding van de school?
De leden van het directieteam trachten een procesbegeleider te zijn, ze stimuleren en coördineren meer dan ze sanctioneren. Er is medezeggenschap o.a. via het wekelijks overleg in het kernteam. Ook ouders en kinderen kunnen steeds rekenen op een luisterend oor. Nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs worden meegedeeld via de nieuwsbrief.
Het maatschappelijk engagement.
Vanuit de christelijke zienswijze zijn we maatschappijkritisch. We proberen onze kinderen ook weerbaar te maken in de consumptiemaatschappij en hen kritisch te leren staan tegenover reclame, TV-kijken, drugs… In het zesde leerjaar is er een project drugspreventie in samenwerking met de politie.
Is er een strafsysteem?
Straf wordt ervaren als een pijnlijke zaak zowel voor de leerling als de leerkracht. Door verbondenheid te stimuleren en te verwijzen naar de drie leefregels wordt getracht de noodzaak om te straffen te minimaliseren.